Terugkeer

Van ganser harte dienen

Christus zegt: “Wie niet met Mij is, die is tegen Mij; en wie niet met Mij bijeenbrengt, die drijft uiteen.” Hij vraagt naar oprechte, onbevreesde discipelen – mannen en vrouwen die klaar staan om voor Hem te doen en te durven, gereed om te volgen waarheen Hij ook leidt. Hij eist volledige bekering. Halfbekeerde mensen worden halfslachtige christenen. Zij zijn bomen zonder vruchten. Christus zoekt vergeefs vruchten bij hen; Hij vindt slechts bladeren.

Velen zeggen door hun halfslachtige, onverschillige manier waarop ze werken tegen de Meester: “Ik vraag u: Houd mij voor verontschuldigd.” Duizenden zouden zich bij Christus aansluiten als ze dat konden doen zonder zichzelf te verloochenen. Als Christus en het eigen-ik tegelijk gediend konden worden, dan zou een groot aantal mensen zich voegen in de gelederen van degenen die op reis zijn naar de hemel. Maar naar zulke mensen vraagt Jezus niet. Zijn zaak heeft zulke aanhangers niet nodig.

De ware volgelingen gebruiken hun kennis om anderen ontvangers van Zijn genade te maken. Met hun lampen vol heilige olie gaan ze eropuit om licht te geven aan degenen die in duisternis zijn. Zulke werkers zien veel zielen die zich tot de Here bekeren. Nieuwe waarheden ontvouwen zich steeds voor hen, en naarmate zij ontvangen, delen zij uit.

Zij, voor wie de boeien van de zonde zijn gebroken, die de Here hebben gezocht met een gebroken hart en antwoord hebben gekregen op hun hevig verlangen naar gerechtigheid, zijn nooit koud en futloos. Ze beseffen dat ze een aandeel hebben in het werk van het redden van zielen. Zij waken en bidden en werken voor de redding van zielen. Gevormd en gekneed door de Heilige Geest nemen zij toe in diepte, breedte en evenwichtigheid van het christelijke karakter. Zij verkrijgen blijvende geestelijke vreugde. Wandelend in de voetstappen van Christus worden zij met Hem vereenzelvigd in zijn zelfopofferende plannen. Zulke christenen zijn niet koud en onontvankelijk. Hun harten zijn gevuld met onzelfzuchtige liefde voor zondaren. Zij zetten alle wereldse eerzuchtigheid en alle zelfzucht van zich af. Contact met die diepe dingen van God maakt hen steeds meer zoals hun Heiland. Zij verheugen zich in Zijn overwinningen; zij zijn vol van Zijn blijdschap. Dag na dag groeien zij op tot volwassen mannen en vrouwen in Christus Jezus.

Christus heeft een afkeer van zonde. Het kwaad werd door Hem streng bestraft. Maar terwijl Hij zonde verafschuwt, heeft Hij de zondaar lief. Hij legde Zijn rijkdom en heerlijkheid af en kwam naar deze aarde om naar ons te zoeken, die zondig, dwalend en ongelukkig zijn, opdat Hij ons naar de hemel zou leiden. Hij vernederde Zich en nam onze natuur op Zich, opdat Hij ons zou maken zoals Hij is, zuiver en oprecht, vrij van onreinheid. Hij leed meer dan iemand van u ooit zal moeten lijden. Hij gaf dat alles voor u. Wat hebt u voor Hem gegeven?

Overeenkomstig de talenten die u zijn toevertrouwd zullen de opbrengsten van u worden verwacht door de Meester. Wat heeft u gedaan om zondaren te overtuigen om in Christus te geloven? Overal om u heen, in zonde en ontaarding, zijn mensen voor wie Christus is gestorven, opdat zij zuiver, heilig en zondeloos zouden zijn. Wat doet u voor hen? Is uw leven gevuld met goede werken? Heeft u in de harten van degenen met wie u in aanraking bent gebracht zaad gezaaid dat zal ontkiemen om vrucht te dragen tot gerechtigheid?

Wanneer wij aan de voeten van Jezus zitten en van Hem leren om zachtmoedig en nederig van hart te zijn, kan Hij ons zijn schatten van waarheid meedelen, wetende dat wij wijze werkers zullen zijn. Totdat het leven van Christus een levengevende kracht in ons leven is kunnen wij niet sterk zijn om verzoekingen te weerstaan die ons aanvallen van binnenuit en van buitenaf. Wij moeten ons dicht aan de zijde van Christus drukken. Wij moeten er zeker van zijn dat we Zijn juk dragen van ingetogenheid en gehoorzaamheid. Dan zullen wij veilig zijn, omdat we aan de kant van de Here zijn. Zijn waarheid is in onze harten, en wij merken dat zijn juk zacht en zijn last licht is. Wij zijn sterk in de Here en in de kracht van Zijn macht. Maar zonder de kracht van Christus zullen wij buigen als de wilg bij iedere zucht van kritiek. Niets anders dan Zijn kracht kan ons trouw en standvastig maken en houden. Niemand kan staande blijven die in zijn hart niet de waarheid van God koestert.

Wij zijn dienstknechten van God, en wij moeten medearbeiders zijn met Hem en zijn werk doen op Zijn manier, opdat iedereen met wie we in aanraking komen kan zien dat we niet alleen spreken over zelfverloochening, maar dat we het ook in ons leven toepassen.

Er mag in ons leven geen spoor van zelfzucht zijn. “U kunt niet God dienen en de mammon.” Verhef Hem, de Man van Golgotha. Verhef Hem door levend geloof in God, opdat uw gebeden overwinnen. Beseffen wij hoe dicht Jezus bij ons wil komen? Hij spreekt met ieder van ons afzonderlijk. Hij zal Zichzelf aan een ieder openbaren die gewillig is om bekleed te zijn met het kleed van Zijn gerechtigheid. Hij zegt: “Ik ben het die uw rechterhand vasthoudt.” Laten wij onszelf daar plaatsen waar Hij ons bij de hand kan houden, waar wij Hem met zekerheid en gezag kunnen horen zeggen: “Ik ben de Levende, en Ik ben dood geweest en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid.”

Iedereen wordt getoetst en beproefd.

Door de manier waarop wij het werk doen dat Christus ons heeft gegeven tijdens Zijn afwezigheid, bepalen wij onze toekomstige bestemming. Velen verwaarlozen hun door God gegeven werk. Zij weigeren om Gods helpende hand te zijn. Laat ons vrezen om tekort te schieten in Gods plan voor ons. Zijn dienstknechten moeten altijd plichtsgetrouw zijn en altijd werken voor de verheffing van degenen voor wie Hij Zijn leven gaf.

Christus de Meester van het gezin, is heengegaan om woningen voor ons te bereiden in de hemelse stad. Wij wachten op Zijn wederkomst. Laat ons Hem eren tijdens Zijn afwezigheid door getrouw het werk te doen dat Hij in onze handen heeft gegeven. Wachtend, wakend en werkend moeten wij zijn wederkomst voorbereiden. Als wij getrouw zijn, als wij Hem dienen met een vast streven van ons hart, zal Hij ons ontvangen met de genadevolle woorden: “Kom, gezegenden van Mijn Vader, beërf het koninkrijk dat voor u bestemd is vanaf de grondlegging van de wereld.” Hij zal ons met eer ontvangen. Aan ons zal de kroon van heerlijkheid worden gegeven die niet vergaat en een nieuwe naam “die niemand kent dan wie hem ontvangt.” Zij die Christus hier volgen zullen eens “het Lam volgen waar het ook heengaat.”

God roept. Hoort u Zijn stem? Hij roept ernstige, oprechte werkers. Zult u luisteren, en uzelf verloochenend, het kruis opnemen en Hem volgen? Zij die weigeren en zichzelf overgeven aan gemakzucht en zelfzucht, zullen een eeuwig verlies lijden.