The Signs of Times d. 19. juli 1905

Terugkeer

Vissers van mensen

Vissers van mensen

“En Jezus liep langs de zee van Galilea en zag twee broers, namelijk Simon, die Petrus genoemd wordt, en zijn broer Andreas, het net in de zee werpen, want zij waren vissers. En Hij zei tegen hen: Kom achter Mij, en Ik zal u vissers van mensen maken. Zij lieten meteen de netten achter en volgden Hem.” Mattheüs 4: 18-20.

De onmiddellijke gehoorzaamheid van deze mannen, zonder één vraag, zonder één belofte van loon, lijkt opmerkelijk, maar de woorden van Christus waren een uitnodiging die alles met zich meebrachten wat Hij ermee bedoelde. Er was een aanzettende invloed in Zijn woorden. Hij gaf geen lange uitleg, maar wat Hij zei had een aantrekkende kracht.

Christus zou deze nederige vissers, in verbinding met Zichzelf, de instrumenten maken om mensen weg te halen uit de dienst van Satan en hen in dienst van God te plaatsen. In dit werk zouden zij Zijn getuigen worden en Zijn waarheid ongemengd met de tradities en misvattingen van mensen naar de wereld brengen. Door het beoefenen van Zijn deugden, door te wandelen en te werken met Hem, zouden zij bekwaam worden om vissers van mensen te worden. Zij zouden zijn voornaamste dienaren worden. Maar Hij gebood hen niet om naar wereldse scholen te gaan en de voordelen te verkrijgen van een wereldse ontwikkeling. Hij gebood hen niet om naar de Joodse synagogen te gaan om van de rabbi’s hun gewoonten en tradities te leren, zodat zij voorbereid zouden zijn voor het werk dat Hij voor hen had als Zijn evangelisten. Zij zouden geen leraren zijn op de wijze van de Joodse onderwijzers. “Kom achter Mij,” zei Christus, “en Ik zal u vissers van mensen maken.”

Op deze wijze werden de eerste discipelen aangesteld voor het Evangeliewerk. Drie jaar lang waren zij werkers met de Heiland, en door zijn onderwijzing, Zijn werken van genezing, Zijn voorbeeld, werden zij voorbereid om het werk voort te zetten wat Hij was begonnen.

Zijn schat van kennis werd in aarden vaten geplaatst. Door de eenvoud van geloof en door zuivere, nederige dienst, werden de discipelen opgeleid in de school van Christus om dezelfde soort verantwoordelijkheden te dragen die Hij droeg.

Inderdaad, Christus koos de dwaze dingen van deze wereld, dat wat de wereld onwetend en ongeleerd verklaarde, om de wijzen in verwarring te brengen. De discipelen waren ongeleerd in de tradities van de rabbi’s, maar met Christus als hun voorbeeld en hun leraar, ontvingen zij een scholing van de hoogste orde.

Voorwaarden om Christus te prediken
Zij die Christus prediken moeten dagelijks van Christus leren, om het geheimenis van het redden en dienen van zielen voor wie Hij stierf te begrijpen. Zij mogen in hun werk geen trots of genotzucht brengen. In gedachten, woorden en daden moeten zij de geestelijke verfijning openbaren en de christelijke hoffelijkheid die verbondenheid met de Heiland geeft. Zijn liefde en medeleven moeten voortdurend in hun leven worden geopenbaard.

“Kom achter Mij,” zij de grote Leraar, “en Ik zal u vissers van mensen maken.” Zij die deze oproep gehoorzamen moeten werken met harten vol van christelijke liefde voor zielen. In alles moeten zij het voorbeeld van de Heiland volgen en Zijn teder medeleven delen en zijn strengheid tegen alle boze werken. Christus is het grote Model voor iedereen. Wij moeten werkers samen met Hem zijn. Zij die in Zijn dienst zijn moeten gescheiden zijn van alle zakelijke verwikkelingen die hun christelijke karakter zouden kunnen besmeuren. De vissers die de Heiland riep verlieten “meteen” hun netten. Zij die zich geven voor het dienstwerk moeten niet verwikkeld raken in zakelijke bezigheden die grofheid in hun leven zouden brengen en hen zouden tegenhouden om vooruit te gaan in geestelijke dingen.

In dit afsluitende werk van het evangelie is een uitgebreid gebied dat moet worden ingenomen, en meer dan ooit tevoren, moet het werk helpers in dienst nemen van het gewone volk. Zowel de jongeren als de ouderen in jaren zullen geroepen worden van de akker, van de wijngaard en van de werkplaats en door de Meester uitgezonden worden om Zijn boodschap te verkondigen. Velen van hen hebben weinig kansen gehad voor een opleiding, maar Christus ziet in hen bekwaamheden die hen in staat zullen stellen om Zijn doel te vervullen. Als zij hun harten aan het werk geven, en steeds leerlingen blijven, zal Hij ze bekwaam maken om voor Hem te werken.

Hij die de diepten kent van de ellende en wanhoop van de wereld, weet wat het betekent om verlichting te brengen. Hij ziet overal zielen in duisternis, terneergedrukt door zonden, verdriet en pijn. Maar Hij ziet ook hun mogelijkheden, Hij ziet de hoogte die zij kunnen bereiken. Hoewel mensen hun genadegaven hebben misbruikt, hun talenten hebben verkwist, en de waardigheid van hun mens zijn naar Gods beeld hebben verloren, zal de Schepper toch verheerlijkt worden in hun verlossing.

De last van het werk voor deze behoeftige mensen op de ruwe plaatsen van de aarde legt Christus op degenen die kunnen meevoelen met de onwetenden en hen die uitgestoten zijn. Hij zal aanwezig zijn om degenen te helpen wiens harten gevoelig zijn voor medelijden, ook al zijn hun handen ruw en ongeoefend. Hij zal werken door degenen die genade zien in ellende, en voordeel in verlies. Wanneer het Licht van de wereld voorbij komt, zal er voorrecht gezien worden in moeilijkheden, orde in verwarring, succes in schijnbaar falen. Rampen zullen gezien worden als verhulde zegeningen, rampspoed als gunsten. Werkers uit het gewone volk, die delen in de zorgen van heel het mensdom, zullen Hem door geloof zien werken met hen.

afsn nr:1
afsn nr:2
afsn nr:3
afsn nr:4
afsn nr:5
afsn nr:6
afsn nr:7
afsn nr:8
afsn nr:9
afsn nr:10
afsn nr:11